‘Toolbox’ voor slim ruimtegebruik: 'Beter benutten'

De ruimtebehoefte voor voortgaande verstedelijkingsopgaven, de klimaatadaptatie en energietransitie past niet zonder meer in het huidige Gouda. We zullen dus keuzes moeten maken. Keuzes in welke functies wel of niet toe te voegen én op welke manier. Hebben we bijvoorbeeld in de toekomst dezelfde behoefte aan wegen en parkeerplaatsen, of kan dan ook anders, en beter? Maar ook keuzes in hoe slimmer om te gaan met de bestaande stad en de nieuwe behoeften. Wat is er nodig en wie hebben we nodig om de leegstaande kantoren beter te benutten onder de huidige marktomstandigheden, wet- en regelgeving? Of verrommelde gebieden? Of kunnen we verschillende functies, die elkaar niet bijten maar juist van elkaar kunnen profiteren, stapelen? En kunnen we ruimte winnen door meer op het openbaar vervoer te rekenen i.p.v. de autobereikbaarheid?

Welke oplossingen het beste zijn, hangt onder andere af van de locatie, welke kansen en behoeftes er al liggen, en hoe de nieuwe ambities én een plek krijgen én een toegevoegde waarde kunnen hebben. Het navolgende palet moet dus worden gezien als een ‘gereedschapskist’, die in het algemeen in ons omgevingsbeleid kan worden ingezet.

Functieverandering

Functieverandering - of transitie - is het vervangen van bijvoorbeeld verouderde en leegstaande bedrijfs- en kantoorlocaties door wonen of gemengd woon-werkgebied. Het werken is daarbij veelal een andersoortige vorm van werken dan op het oude bedrijventerrein. Het gaat in de nieuwe situatie om werk dat goed verenigbaar is met de woonfunctie en andersom. Vooral verouderde kantoorlocaties met een gunstige ligging ten opzichte van het openbaar vervoer zijn aantrekkelijk voor deze strategie. Enerzijds door sloop van oude gebouwen die plaatsmaken voor nieuwe gebouwen (waarbij het sloopmateriaal zoveel mogelijk hergebruikt wordt), of anderzijds door herinrichting van de oude gebouwen zodat geen nieuw bouwmateriaal nodig is. Geslaagde voorbeelden hiervan zijn de transformatie van het voormalige gemeentekantoor aan de Agnietenstraat naar (gasloze) woningen, en de transformatie van het Kaaspakhuis aan de Westerkade.

Multifunctioneel ruimtegebruik

Met multifunctioneel ruimtegebruik bedoelen we het slim inzetten van een ruimte of gebouw voor meerdere functies. Een voorbeeld is een gebouw van een voetbalclub dat – als er niet gevoetbald wordt – door de wijk wordt gebruikt als buurtgebouw. Op deze manier kan een gebouw veel meer dagen per week, of uren per dag, worden gebruikt, en zijn er dus netto in Gouda minder gebouwen nodig dan wanneer iedere functie zijn eigen gebouw zou hebben. Het principe van het integrale kindcentrum in Westergouwe is hier ook een voorbeeld van.

Voor parkeerplaatsen is een vergelijkbare efficiëntieslag te maken. Door parkeerplaatsen niet strikt toe te kennen aan één type gebruiker (bijvoorbeeld winkelbezoek), maar ze ook open te stellen voor anderen (bijvoorbeeld bewoners), hoeven in totaal minder parkeerplaatsen te worden gemaakt. Door ze daarnaast met open verharding in te richten i.p.v. met klinkers, dragen ze ook bij aan de waterretentie in de stad als het regent.

Samen met de regio

Gouda speelt een belangrijke rol voor de regio. Veel mensen uit omliggende dorpen gaan in Gouda naar school, naar het ziekenhuis of winkels, omdat die er in hun eigen woonplaats niet of minder zijn. Op haar beurt zou Gouda een deel van de functies buiten Gouda, dus in samenwerking met die regio, kunnen huisvesten om de druk op de ruimte binnen Gouda te verlagen. Dit is bijvoorbeeld het geval met bedrijventerrein Gouwepark, dat door de gemeenten Zuidplas, Waddinxveen en Gouda in een gezamenlijke regeling is gerealiseerd op het grondgebied van de gemeente Zuidplas. Inwoners van Reeuwijk (gemeente Bodegraven-Reeuwijk) zijn sterk verbonden met Gouda. Of met het groene uitloopgebied het Steinse Groen aan de oostzijde van de stad (gemeente Krimpenerwaard). Hetzelfde zou kunnen voor de energie-opgave; die kan Gouda immers niet alleen maar op eigen grondgebied faciliteren.

Normen bijstellen (bestuurlijke afwegingsruimte)

Bij ontwikkelingen in de stad spelen altijd verschillende belangen mee. Sommige van die belangen zijn omgezet in ‘normen’, waar bij de ontwikkeling aan moet worden voldaan. Voorbeelden zijn parkeernormen, normen voor sociale huur, en duurzaamheid. Het ‘stapelen’ van normen kan zorgen voor complexe situaties bij ontwikkelingen. Het open staan voor - weloverwogen – afwijken van enkele van deze nomen kan (zoals de term suggereert) ruimte bieden om naar een slimme oplossing te zoeken, waarbij het doel achter de norm op een andere manier wordt bereikt. Bijvoorbeeld het bieden van alternatieve mobiliteitsoplossingen, zodat parkeerplaatsen kunnen worden omgezet in openbaar groen.

De hoogte in / intensiveren

Sommige plekken in de stad zijn al erg dicht bebouwd, zoals de binnenstad. Andere plekken kunnen wellicht juist aan kwaliteit winnen als ze efficiënter worden gebruikt, waarbij het aankomt op het kiezen van de juiste plek, met de juiste vormgeving, de juiste functie en de juiste hoogte. Zo kunnen hoogteaccenten in grote gebieden met laagbouw de eenvormigheid doorbreken en bijdragen aan de oriëntatie. Een goed voorbeeld is het Lelie-park, waar 144 verouderde portiekwoningen ruimte hebben geboden aan 152 grotere woningen. Uiteraard mag dit niet de hittestress of parkeerdruk verergeren. 

Groei beperken

Een andere strategie kan zijn om de groei minder te faciliteren binnen de stadsgrenzen. Dit raakt ook aan de strategie ‘samen met de regio’, waarbij Gouda minder groeit op bepaalde vlakken, en de regio dat opvangt. Maar het kan ook zijn dat de groei überhaupt niet wordt gefaciliteerd. Een voorbeeld is de stop op de volumegroei van kantoormeters.  Als dit voor de woningbouw als strategie zou worden gehanteerd, zouden er minder doorstromingsmogelijkheden zijn, waar vooral jongeren veelal de dupe van worden. Een ander voorbeeld is het toerisme. Tot welke grens draagt het bij aan de vitaliteit van de stad, en wanneer wordt het meer een last?

Vergroenen

Gouda is een compacte gemeente, midden in het groene hart. De stad zelf beschikt vooral in het noorden en oosten over fraaie groenstructuren: parken, oude groene linten en uitloopgebieden naar het buitengebied en Groene Hart. Hier is het prettig om te verblijven voor zowel mens als dier. Dit is echter niet in alle woonwijken en bedrijventerreinen het geval. Vooral rondom het ziekenhuis, enkele bedrijventerreinen en bijvoorbeeld te binnenstad, loopt op warme dagen de temperatuur zo hoog op, dat het minder prettig is om er te verblijven; hittestress noemen we dat. Door deze gebieden groener en natter te maken, daalt direct de temperatuur. Dit komt de gezondheid van de mensen ten goede en de leefbaarheid in zijn totaliteit. Als we dit op maaiveld doen, betekent het echter wel dat er dus niet (bovengronds) gebouwd kan worden. Om bomen te kunnen planten moet er ook onder de grond ruimte zijn, dus geen kabels en leidingen. Alternatieven en/of aanvullende mogelijkheden zijn het vergroenen van daken of het maken van groene gevels. Regels kunnen tevens gesteld worden aan de maximale verhardingsgraad bij nieuwe ontwikkelingen. Deze hebben ook een gunstig (zij het minder) verkoelend effect. Zie ook Stichting Steenbreek.

Uitbreiden

Sinds de 19e eeuw heeft stedenbouw vooral in het teken gestaan van grootschalige uitbreidingen, buiten de oorspronkelijke stadsmuren. Bij behoefte aan nieuwe woningen of bedrijventerreinen werd meestal naar het groen aan de randen van de stad gekeken. De behoefte aan nieuwe woningen en ruimte voor bedrijven bestaat nog steeds. Een nieuwe grote ruimtevrager is het opwekken van schone energie, bijvoorbeeld met zonnepanelen in een weiland. Met de realisatie van Westergouwe is die uitbreidingsruimte er vrijwel niet meer. Uitbreiden inzetten als strategie kan betekenen dat kritisch wordt gekeken naar de groengebieden die nog resten, of dat uitbreiding plaats vindt buiten de gemeentegrens, in de regio Midden-Holland. Dit laatste hangt samen met de strategie ‘Samen met de regio’.

Slimme organisatie van de stad

Wonen, werken en verplaatsen wij ons over 20 jaar nog net zoals nu? Digitale ontwikkelingen hebben al jaren invloed op de ruimtebehoefte, bijvoorbeeld ten aanzien van kantoren en winkels. Met moderne technieken kan de aanwezige infrastructuur van Gouda efficiënter worden gebruikt. Denk aan parkeer-apps om te zien waar nog plaats vrij is, zoals ook voor elektrische laadpalen bestaat. Of een app waarop je kunt zien wanneer het rustig is in je sportschool. Of de slimme verkeerssystemen (VRI’s) die net iets langer groen houden als er veel (auto-)verkeer aankomt, om te voorkomen dat dat verkeer eerst moet remmen, en dan weer optrekken, met alle mogelijke gevolgen voor de luchtkwaliteit en geluidshinder van dien. Deze slimme VRI’s kunnen rekening houden met meerdere modaliteiten (bus, auto, fiets, voetganger, etc.). Of een app die tijdig laat weten wanneer het grondwaterpeil te hoog wordt. Kortom, er zijn legio mogelijkheden om de stad nog slimmer en vooral ook comfortabeler te kunnen gebruiken.

Functies stapelen

De laatste strategie is het stapelen van functies. Tennisbanen op een flatgebouw, zonnepanelen op een (groen) dak, of wonen boven een school of bedrijfs-/winkelpand zijn hier enkele voorbeelden van. De stad kan op deze manier meer functies huisvesten, zonder meer grondoppervlak nodig te hebben. Als het goed wordt gedaan, neemt de kwaliteit van de locatie toe. Wel moet worden gewaakt voor een te grote druk op een bepaald gebied, bijvoorbeeld door de verkeersaantrekkende werking en parkeerbehoefte.